Nieuws

Bewoner Huis in de Duinen Thys maakte carrière in de filmindustrie

Thys Ockersen, geboren op 3 februari 1946 in Amsterdam en op zijn zesde verhuisd naar Zandvoort, heeft een lange carrière in de filmindustrie achter de rug. Hij regisseerde - of was  op een andere manier betrokken bij - zo’n tachtig documentaires, fictiefilms en opdrachtfilms. Daarnaast was hij onder andere filmdocent aan de Rotterdamse Kunstacademie en filmrecensent bij Het Parool, schreef hij voor zijn eigen blad Film Fun en runde hij de Simon van Collem-filmclub in Zandvoort. Tussendoor vond hij ook nog tijd voor het schrijven van meerdere boeken, waaronder Op naar… Hollywood.

Wie in Huis in de Duinen naar Thys Ockersen op zoek is, kan het beste beginnen in zijn kamer. Grote kans dat hij daar zit. Gordijnen dicht, televisie en dvd-recorder – bijna verborgen tussen stapels dvd’s – aan. Thys slijt zijn dagen met films en documentaires kijken. “Die koop ik bij een outlet in Velsen. Ik denk dat ik er wel een paar honderd heb, want ik doe het al jaren, hoewel ik soms ook films weggeef. Ik kijk nu naar De langste dag, een oorlogsfilm uit 1962, maar ik houd van alle genres. Westerns hebben mijn voorkeur. Die zijn de basis van de Amerikaans film. Of zoals Robert Duvall, een beroemde Amerikaanse acteur, ooit zei: ‘De Engelsen hebben Shakespeare, wij hebben de western’.

Thys noemt zichzelf ‘filmgek’. “Voor mijn vrouw is dat wel eens lastig, want zij is dat niet. Ze vindt het leuk om met mij films te kijken, maar doet ondertussen ook wel eens andere dingen.” In eerste instantie ondergaat Thys een film. “Dan kijk ik naar het verhaal: is het mooi, doet het me wat? Als ik dezelfde film later weer zie, kijk ik naar allerlei lagen: hoe is de techniek, hoe spelen de acteurs, hoe is het camerawerk…?”

Paar films per dag

Thys belangstelling voor films en documentaires gaat terug naar zijn vroege jeugd. “Met mijn vader ging ik naar Cineac Reguliersbreestraat in Amsterdam, waar het filmjournaal en korte films als Laurel & Hardy en Popeye werden vertoond. En we zagen ook films in Cinetol, een bioscoop in de buurt van ons huis. Het was een beetje een escape – de jaren vijftig waren saai, maar voor mij waren het uitjes. Later ging ik naar de Filmacademie en was ik lid van de NBF, de beroepsvereniging van film- en televisiemakers. Daardoor had ik een passe-partout waardoor ik altijd gratis bioscopen in kon. In die tijd heb ik wel duizenden films gezien, vaak een paar per dag.”

Tijdens en na de Filmacademie liep Thys stage bij televisie en bezocht hij filmsets. “Ik ging ook wel naar andere landen, maar zat vooral in Amerika. Op filmsets kijken hoe het eraan toeging. Ik heb dus ook een heleboel beroemdheden aan het werk gezien. John Wayne, Sean Connery, Lee Marvin… noem maar op. Met sommige was ik zelfs een beetje bevriend. Zoals met Christopher Lee, die Dracula speelde. Hem vond ik een ontzettend aardige man. Sommige acteurs zijn volkomen onbetrouwbaar, die doen alles voor geld. Maar hij niet. Ik vroeg hem eens hoe hij zich in het corrupte Hollywood handhaafde. Hij antwoordde: ‘I refuse to lower my standard’. Hij bleef gewoon zichzelf.”

Kritiek versus succes

Thys studeerde af met Surprise Surprise, een controversiële film over schokeffecten waarvoor hij op het filmfestival van Chicago werd bekroond met een Student Award. In Nederland werd hij uitgezonden door de VPRO. “Nou, iedereen hier stond op z’n kop. Er werd een oog van een vrouw in doorgesneden. En dan was-ie ook nog op televisie vlak voor Sinterklaas en had hij een titel waardoor mensen dachten: dat is een vrolijke film.”

Na Surprise Surprise volgden nog veel meer films en documentaires. Trots is Thys op Jachttafereel, een korte film over een Joods jongetje en antisemitisme in Zandvoort. “Hoewel de kritieken niet zo best waren. Ik was er toen misschien ook iets te jong voor. Het was een moeilijk onderwerp. Als je het Joodse probleem gaat behandelen, met je toch iets ouder zijn. Desondanks vind ik het zelf een aardige film.” Nog trotser is Thys op een documentaire die hij maakte in opdracht van De Nierstichting, over een meisje met nierproblemen dat getransplanteerd moest worden. “Een belangrijke film die ze uiteindelijk in Japan en op filmfestivals hebben gedraaid en ook op televisie te zien was - in Nederland bij de KRO. “

Leuke tijd

Ondanks zijn successen heeft Thys een paar lichte frustraties. “Het is me nooit gelukt om een grote speelfilm te maken. Ik was altijd erg gecharmeerd van de Amerikaanse en Britse films. Dat genre zagen ze in Nederland helemaal niet zitten. Als ik met een idee kwam, zeiden ze: ‘Dat willen we niet, ga jij maar documentaires maken’.”

Ook heeft Thys nooit een grote prijs gewonnen. ‘Alleen de Louis Hartlooper Prijs, voor mijn geschreven werk. Maar dat is prima. Ik had natuurlijk wel de Oscar willen winnen. Ik heb een film gemaakt over Roy Rogers, een Amerikaanse zanger en cowboyacteur. Zo’n Amerikaans onderwerp, ik vond dat ze die naar de Oscars hadden moeten sturen. Maar de man die erover ging, had daar geen zin in.”

Pas sinds hij in Huis in de Duinen woont, is Thys helemaal met zijn carrière in de filmindustrie gestopt. “Het was een leuke tijd. Ik heb alles met plezier en mijn uiterste best gedaan, heb veel beroemde mensen ontmoet en geïnterviewd. Maar ik ben nu 78 en heb me erbij neergelegd. Ik leef nu voor mijn vrouw en dochter. Soms gaan we de deur uit. Eten we haring op de boulevard. Of bezoeken we de Filmkoepel in Haarlem of kijken we Netflix in mijn vrouws flat, want films blijven ook belangrijk. Nog steeds een van mijn favorieten? Citizen Kane, een innovatieve film uit 1941 van Orson Welles. Die camerabewegingen, die montage, die muziek… Nog steeds geweldig!”

Op de foto links achter Thys: de jonge Thys met acteur Roy Rogers.

Tekst: Hilli voor den Dag
Fotografie: Jurriaan Hoefsmit

Deel deze pagina:

Ander nieuws

Ontvang ons nieuws

Wilt u op de hoogte gehouden worden van onze locaties, nieuws en activiteiten? Schrijft u zich dan hier in voor onze nieuwsbrief:

Inschrijven nieuwsbrief
Meerkeuze *
Bezig met versturen